Normen en waarden zijn in een maatschappij van groot belang. Ze geven richting aan ons bestaan en scheppen richtlijnen voor onze gedragingen. We zijn bewust of onbewust steeds aan het kijken of ons gedrag, of het gedrag van de mensen om ons heen, voldoet aan de heersende normen en waarden. Deze normen en waarden kunnen sterk verschillen per omgeving en zijn afhankelijk van allerlei factoren als religie, cultuur, leeftijd, sociaaleconomisch milieu enzovoort. Mensen hebben met verschillende sets normen en waarden te maken afhankelijk in welke subgroep ze zich bewegen. Zo zullen op het werk heel andere dingen belangrijk zijn als thuis of in de sportclub.

Verschil tussen normen en waarden

Normen en waarden verschillen van elkaar. Waarden zijn idealen en motieven die nagestreefd worden door (een groep) mensen. Het zijn opvattingen van de samenleving of individuen over wat men belangrijk vindt. Zo is rechtvaardigheid een voorbeeld van een waarde. Veel mensen vinden rechtvaardigheid belangrijk.

Normen hebben een concreter karakter en zijn richtlijnen waarnaar mensen geacht worden zich te gedragen. Het zijn als het ware uitwerkingen van de veel meer abstracte waarden. Een voorbeeld van een norm die een uitwerking is van de waarde rechtvaardigheid is dat mensen hun kinderen niet slaan. Dit wordt immers door een meerderheid van onze Nederlandse samenleving als onrechtvaardig beoordeeld.

Wilt u meer weten over gedraagsvaardigheden? Bekijk ook onze training Gedragsvaardigheden voor BOA’s

Bekijk training

Wetgeving en sociale normen?

Er zijn verschillende normen van invloed op het gedrag van de mens, wetgeving is er een daarvan. De overheid legt in de wet bepaalde normen vast waarvan men vindt dat deze nageleefd moeten worden. Zo is vastgelegd dat je niet mag stelen. Dit staat in de wet en over het algemeen vindt de maatschappij stelen niet geoorloofd.

Maar misschien nog wel belangrijker zijn de sociale normen, ook wel descriptieve normen genoemd. Deze normen worden bepaald door het gedrag van mensen om ons heen. We leiden uit het handelen van andere mensen af welke normen al dan niet van toepassing zijn. Een voorbeeld hiervan is dat de norm is dat je aansluit in de rij voor de kassa bij de supermarkt. Er is geen wet die ons voorschrijft dat dit de norm is, maar aangezien iedereen netjes in de rij aansluit volgen we dit voorbeeld.

Overlap tussen wetgeving en sociale normen

Uiteraard is er veel overlap tussen wetgeving en sociale normen. Als wetgeving en sociale norm in lijn zijn met elkaar is het naleefgedrag in het algemeen goed. Indien dit niet het geval is is dat veelal een stuk minder, hetgeen bijvoorbeeld geldt voor de snelheid op sommige wegen, waar de maximale snelheid niet overeenkomt met het gevoel van mensen.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan de norm dat je als ouders kinderen van de leerplichtige leeftijd naar school stuurt. Het staat in de wet dat kinderen onder de zestien jaar onderwijs moeten volgen (de injunctieve norm) en het is tevens een norm die door het merendeel van de samenleving wordt nageleefd (de sociale norm).

De sociale normen kunnen erg verschillen per milieu, setting of omgeving. Wat in de ene setting de norm is hoeft dat niet te zijn in een andere omgeving. Sociale normen zijn sterk afhankelijk van tijd en plaats. Zo is het bijvoorbeeld in het dagelijks leven de norm om aangekleed en niet naakt over straat te gaan. Op een nudistencamping is het juist de norm dat iedereen naakt is.

De invloed van sociale normen op gedrag

De kracht van de sociale norm kan worden gebruikt om mensen te bewegen tot het vertonen van bepaald gedrag. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen sneller geneigd zijn zich aan bepaalde normen te houden als zij het idee hebben dat andere mensen diezelfde normen naleven. Een goed voorbeeld is het onderzoek van Cialdini uit 1991. De onderzoeker vergeleek hier hoeveel mensen afval op straat gooiden in een schone en in een vervuilde omgeving. De resultaten waren veelzeggend. In de schone omgeving, waarvan duidelijk was dat het de sociale norm was dat mensen geen afval weggooiden, daarom was het immers zo schoon, gooide slechts 14% van de mensen afval op straat. In de vervuilde omgeving, waar het blijkbaar de heersende norm was om afval weg te gooien, bleek 32% van de mensen dit voorbeeld te volgen en afval op straat te gooien. Dit effect werd nog eens versterkt als zij daadwerkelijk iemand afval weg zagen gooien in de vervuilde omgeving. De bevestiging van de sociale norm die zei dat het normaal was om afval op straat te gooien verhoogde het percentage dat eveneens afval weggooide tot maar liefst 52% van de mensen. Wanneer iemand in een schone omgeving afval op straat gooide had dit een omgekeerd effect. Omdat mensen nu live konden aanschouwen dat iemand gedrag vertoonde dat in strijd was met de sociale norm verlaagde het percentage dat afval weggooide in een schone omgeving tot 6%.

Naleefgedrag

Ook uit recent onderzoek van de universiteit van Amsterdam blijkt dat indien de regels die moeten worden nageleefd in lijn zijn met de normen en waarden van het bedrijf/de burger het naleefgedrag veel beter is. En volgens mij kunnen we daar een stap verder in gaan. Tot nu toe gaat het in dit artikel over wat er passief (in ons onbewuste) gebeurd. Als die overlap tussen persoonlijke waarden en normen en de regelgeving er is is het naleefgedrag beter. Wat ook kan is tijdens een controle actief op zoek gaan naar de normen en waarden van uw gesprekspartner en daar de conclusies van uw controle op afstemmen. Hoe dat kan volgt in het volgende artikel.

Bekijk ook onze speciale training Gedragsvaardigheden voor BOA’s

Bekijk training